 |
Voor ons deze week geen nieuwe zin. Voor taal hebben we eens alle letters op kaartjes gezet. We maakten woordjes en deden een soort stoelendans. De plaats waar jij stopt, daar moet je het woordje lezen. We deden ook een soort kwisje: er hing een grote tekening op het bord, wie kan er het juiste woordje bij maken. Dit lukt goed. We merkten dat we al veel letters kunnen, ook al leerden we ze nog niet juist schrijven. We merkten ook dat we niet allemaal dezelfde letters kennen. Sommigen kennen een letter uit de naam van hun mama of papa (en niet alle mama's en papa's hebben dezelfde naam). Om goed vooruit te gaan met lezen is het belangrijk veel te herhalen, zowel in klas als thuis.
We lazen ook woordjes(met al dan niet gekende letters) en tekenden zelf het juiste voorwerp erbij. Per twee werken mag steeds maar niet iedereen wil dit.
Voor rekenen maakte ik kaartjes met de juiste schrijfwijze en we plakten ook de getallenbeelden op onze tafel. Zo hebben we deze steeds bij de hand. We maakten sommen met + en - tot 6. We hadden ook Polleke en Sofie de poppenkastpoppen van vorig jaar op bezoek. Ze hadden ruzie, ze kregen krijtjes van hun mama en moesten die eerlijk verdelen. Wie kon hen helpen? We werkten dus rond evenveel en merkten dat we niet alles in evenveel konden verdelen. Zo kwamen we ook bij meer en minder. We hadden het gezellig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten